Beveiliging van auto's

Beveiliging van auto's

Over de laatste jaren is er een duidelijke verandering te zien in hoe auto’s gestolen worden en als gevolg daarvan welke auto’s gestolen worden. De focus van criminelen ligt duidelijk op het stelen van jonge auto’s uit het hogere segment. Het gevolg van deze ontwikkeling is dat de schadelast als gevolg van voertuigdiefstal de laatste jaren aanzienlijk is gestegen.

De stijging van de voertuigdiefstal is terug te voeren op de georganiseerde misdaad met name vanuit Oost-Europa en Noord- en West-Afrika. Deze criminele organisaties hebben de beschikking over professionele apparatuur en technologieën. Zij analyseren en bestuderen aantrekkelijke “target” auto’s om zo de zwakke plekken in de fabriekssystemen bloot te leggen. Over het algemeen kunnen de volgende Modus Operandi vastgesteld worden:

Statistieken & feiten (2019)

  • 7107 gestolen auto’s
  • Volkswagen Golf en Polo meest gestolen modellen
  • Van alle gestolen auto’s is 41% teruggevonden
  • waarvan 57% binnen een week terecht is
  • Auto’s met een leeftijd van 4 tot 7 jaar worden vaker gestolen

Landelijke diefstalstatistieken

Volgens het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit (LIV)

41%
teruggevonden
57%
binnen een week terecht

Regelgeving

Onder de regie van het CCV is een College van Belanghebbenden samengesteld bestaande uit verschillende instanties en marktpartijen zoals o.a. politie, verzekeraars, leveranciers, Kiwa-SCM, consumentenorganisaties. Het college komt 4 x per jaar bij elkaar om te praten over voertuigcriminaliteit. Binnen dit College worden de richtlijnen opgesteld c.q. aangepast waaraan beveiligingssystemen en inbouworganisaties moeten voldoen om aan de gestelde kwaliteitseisen te voldoen. In het kort komen deze richtlijnen op het volgende neer:

Alarmsystemen – AA04 versie 2

Het belangrijkste punt van de AA04 richtlijn is de verplichting dat het alarm alleen buiten de CAN Bus om mag worden uitgeschakeld, dit wordt ook wel “extra- of tweede autorisatie” genoemd. Deze maatregel is bedoeld om de CAN Bus manipulatie en Relaying tegen te gaan. Deze extra autorisatie geldt voor SCM klasse 1, 2 en 3.

Klasse 1: Startonderbreker
Klasse 2: Alarm met interieurdetectie en battery back-up sirene
Klasse 3: Als Klasse 2 met hellingshoekdetectie

Voor fabrieksalarmsystemen wordt een uitzondering gemaakt en blijven bestaande keurmerken van kracht totdat duidelijk wordt dat de betreffende auto bovengemiddeld veel gestolen wordt. Is dit geconstateerd dan kan het keurmerk ingetrokken worden. Op dit punt is onlangs KE01 toegevoegd en worden vanaf 01.07.2020 geen fabriekssystemen meer goed gekeurd die niet tegen Relaying bestand zijn.

Voertuigvolgsystemen – TT04

De voertuigvolgsystemen moeten voorzien zijn van Jammingdetectie waarbij het mogelijk moet zijn onder jamming een startonderbreking te activeren zodat onder jamming de auto niet gestart kan worden. De SCM klasse voor deze oplossing staat bekend onder Klasse 4+.

Terugvindsystemen TV01

Voor auto’s met een hoge cataloguswaarde en een hoog diefstalrisico kan een verzekeraar besluiten om in aanvulling op een klasse 3 of klasse 4+ een TV01 systeem te eisen. Veelal zijn dit passieve peilsystemen hoewel in de opbouw van peilsystemen veel verschillen zijn. Deze systemen worden ook als standalone oplossing toegepast op auto’s uit het lagere en middensegment met een hoog diefstalrisico.

Voorkom diefstal met deze oplossingen

Partners

Verzekeringspartners

  • Turien & Co